Half maart viel Nederland stil. Ook bij het ROC Kop van Noord-Holland waar veel cursisten Nederlandse taalles volgen. Die stilte duurde bij het ROC niet lang. “We wilden een week nemen voor de omschakeling naar online lessen”, vertelt Klaartje Broers, coördinator voor de Nederlandse les bij het ROC. “Maar veel docenten waren ons al voor. Die waren zelf al begonnen met digitale lessen.”
“De motivatie bij de cursisten is groot. Dat is zo tof om te merken”, zegt docent Mirjam Oomkes. Ze geeft les aan verschillende groepen, variërend van analfabeten tot taalniveau B2 (het niveau dat nodig is voor een studie aan HBO of universiteit). Bijna al haar cursisten volgen de lessen, ook als ze druk zijn met werk of de kinderen.
De meeste cursisten maken trouw hun huiswerk. Sommigen werken zelfs harder dan anders. Gelukkig gebruikte het ROC al een taalmethode met een e-learning voor zelfstudie. De cursisten zijn gewend aan huiswerk op de computer of telefoon en de docenten kunnen hun vorderingen online volgen.
Digitale lessen vragen – zeker bij de aanvang – veel van de docent. In principe werkt het ROC met Skype for Business, maar dat was niet voor alle cursisten haalbaar. Daarom is het aan de docenten overgelaten een voor hen werkbare manier te vinden. De cursisten van Mirjam gebruiken Zoom. “Het kostte wel even tijd en uitleg om iedereen in de digitale klas te krijgen. Verder heb ik heel veel contact met cursisten via Whatsapp. De analfabeten volgen zelfs les via Whatsapp.“
De lestijden voor de cursisten zijn aangepast. De groepen zijn kleiner en de lessen zijn korter. De docenten zijn er evenveel of meer tijd aan kwijt. Een van Mirjams groepen krijgt nu ’s avonds les, omdat de cursisten kleine kinderen thuis hebben. Overdag is er dan geen tijd en rust voor de taalles.
De lesmethode kan gewoon gebruikt worden, maar digitale lessen vragen wel om andere regels en werkvormen. Mirjam bereidt haar lessen stipt voor: “ik zeg niet alleen naar welke pagina ze moeten gaan, maar laat dat ook meteen in de PowerPoint op het scherm zien”. Ze zorgt voor veel afwisseling met korte oefeningen. Voor de docent is digitaal lesgeven inspannend. “Als ik voor de klas sta, kan ik snel zien of cursisten me begrijpen. Nu kan ik hun lichaamstaal veel minder goed ‘lezen’”, aldus Mirjam.
Soms gaat het ook even mis. Zo liet Mirjam haar cursisten in 2-tallen een spreekoefening doen in ‘aparte digitale kamers’. Daar raakte ze er vervolgens één kwijt. De cursist kon de weg naar de digitale klas niet meer vinden. Ook hapert de techniek weleens of is er een slechte internetverbinding.
Maar digitale les heeft ook voordelen. “Ik heb geen reistijd en ik kan overal les volgen”, zegt Olga die de cursus B2 volgt. Dat merkt Mirjam ook. Een cursist zat tijdens haar les in de trein, op weg naar huis van zijn werk. “En zo kon de hele klas meeluisteren naar de omroepberichten van de NS. Zo grappig, dat maak je op school niet mee.”
Olga vindt het heel fijn dat het ROC de digitale lessen zo voortvarend heeft opgepakt. “Ik ben zo blij dat ik door kan gaan met Nederlands leren. De lessen zijn wel korter, maar dat is juist wel goed. Digitale lessen zijn vermoeiender. Het enige dat ik mis, is de interactie met de andere cursisten. Bij elkaar in de klas is gewoon gezelliger”.
Normaalgesproken begint na de meivakantie een nieuwe cursusperiode bij het ROC: cursisten worden eind april getoetst en kunnen door naar het volgende niveau of zijn klaar met hun lessen; nieuwe cursisten kunnen starten. Nu moet het allemaal anders. Klaartje Broers: “De cursisten hebben online een alternatieve toets gemaakt. Zodra het kan, nemen we alsnog de gebruikelijke toetsen af. Op deze manier kunnen cursisten nu toch door naar een hoger niveau. En zo kunnen we ook de gemeente goed infomeren, die de lessen vanuit de WEB-gelden financiert. De gemeente denkt met ons mee. Daar zijn we blij mee”. De volgende stap is de instroom. Het ROC denkt nog na over digitale intakes, zodat nieuwe cursisten kunnen starten.